Skip to main content

Bijlage B: Verklaring 1, 2 en 3


De verklaring 1, 2 en 3 is op te vragen bij de installatieverantwoordelijke.

De verklaring 1, 2 en 3 is op te vragen bij de strategisch installatieverantwoordelijke.

Toepassing

Verklaring 1, 2 en 3 moet worden gebruikt:

    • als elektrotechnisch ondeskundig personeel werkzaamheden verricht in de omgeving of in de onmiddellijke nabijheid van niet voldoende geïsoleerde actieve delen, in één of meerdere vakdisciplines. In de praktijk betreft het meestal bovenleiding of stroomrail.
    • bij werk door aangewezen personen, als ploeg die de werkzaamheden zal uitvoeren niet onder leiding staat van de werkverantwoordelijke (of een PL of VP namens hem) die de installatie spanningsloos maakt.

Doel

De verklaring 1, 2 en 3 dient om bewust toestemming te verlenen voor het beginnen met de werkzaamheden na het spanningsloos maken en het kortsluiten van een installatie. Ook wordt bewust gecommuniceerd dat de werkzaamheden zijn beëindigd, waarna de veiligheidsmaatregelen weer weggenomen kunnen worden.

Betrokken personen

Deze verklaring wordt per deel opgesteld en ondertekend door:

    • De werkverantwoordelijke die de spanningsloosstelling regelt of namens hem een PL of VP, en
    • De persoon die leiding geeft aan de uit te voeren werkzaamheden

Vermeld per persoon minimaal: naam, aanduiding van de veiligheidsfunctie, handtekening.

Procedure

Voorbereiding = Verklaring 1

Er wordt minimaal vastgelegd:

    • wat exact het veilig te  en stellen gebied is waarin zal worden gewerkt en
    • wat de voorgenomen tijdstippen voor start en einde van de werkzaamheden zijn en
    • dat de persoon die leiding geeft aan de uit te voeren werkzaamheden alle onder zijn verantwoording werkende personen heeft geïnstrueerd over de grenzen van het werkgebied  en over de gevaren van het werken in de nabijheid van spanningvoerende geleiders.

Start werk = Verklaring 2

Er wordt minimaal vastgelegd:

    • dat het vastgelegde gebied is waarin zal worden gewerkt spanningsloos is
    • het tijdstip waarop de werkverantwoordelijke (of namens hem PL of VP) het werkgebied spanningsloos heeft verklaard.

Degene die leiding geeft aan de werkzaamheden kan de werkzaamheden laten starten als hij een getekende verklaring 2 in bezit heeft.

Einde werk = Verklaring 3

Er wordt minimaal vastgelegd:

    • dat de werkzaamheden zijn beëindigd en dat alle betrokken personen zijn gewaarschuwd dat de installatie niet meer spanningsloos is.
    • het tijdstip waarop de persoon die leiding gaf aan de uit te voeren werkzaamheden de werkzaamheden beëindigd heeft verklaard.

De werkverantwoordelijke (of namens hem PL of VP) kan starten met de procedure voor het onder spanning brengen van de installatie als hij een getekende verklaring 3 in bezit heeft.