Spring naar de hoofdinhoud

Bijlage D Inspectie en onderhoud van veiligheids- en hulpmiddelen


D.1 Keuringsinterval
Veiligheidsmiddelen, hulpmiddelen en overige elektrische arbeidsmiddelen moeten periodiek worden gekeurd. Het keuringsinterval dat daarbij moet worden aangehouden, kan per arbeidsmiddel verschillen. Het interval is afhankelijk van de volgende factoren:
- de frequentie van gebruik;
- de deskundigheid van de gebruikers;
- de omgeving waarin het elektrische arbeidsmiddel wordt gebruikt;
- de kans op beschadiging tijdens gebruik, opslag of transport;
- het resultaat van de huidige en voorgaande inspecties;
- nieuwe inzichten.

In figuur D.1 zijn aan deze factoren waarden toegekend. Per arbeidsmiddel moet met behulp van deze tabel worden bepaald hoe hoog de som van de wegingsfactoren is. (Zie eventueel voor een uitgebreidere verklaring van de wegingsfactoren Bijlage: ‘Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende inspecties van elektrische arbeidsmiddelen’ van NEN 3140, gebruik dit ook voor DC Tractie en hoogspanning.)

Figuur D.1

Op basis van het totaal van de gevonden wegingsfactoren kan in figuur D.2 worden afgelezen hoeveel tijd er maximaal tussen twee opeenvolgende inspecties mag verstrijken.

De installatieverantwoordelijke is ervoor verantwoordelijk dat voor ieder arbeidsmiddel (of groep van gelijke arbeidsmiddelen) een dergelijke waardebepaling wordt opgesteld. Deze waardering moet schriftelijk zijn vastgelegd en worden bewaard. Als het gebruik van het arbeidsmiddel sterk wijzigt of de inzichten veranderen, moet een nieuwe waardebepaling worden opgesteld.

De werkverantwoordelijke is ervoor verantwoordelijk dat voor veiligheids- en hulpmiddelen voor uitvoeren van werkzaamheden een dergelijke waardebepaling wordt opgesteld. Deze waardering moet schriftelijk zijn vastgelegd en worden bewaard. Als het gebruik van het veiligheids- of hulpmiddel sterk wijzigt of de inzichten veranderen, moet een nieuwe waardebepaling worden opgesteld.

Figuur D.2

Als tijdens de inspectie blijkt dat meer dan 3% van de geïnspecteerde arbeidsmiddelen defect is of gebreken vertoont, moet de in figuur D2 gevonden tijd tussen twee opeenvolgende inspecties worden gehalveerd.