Spring naar de hoofdinhoud

Bijlage E Werkwijzen voor e-voertuigen


E.1 Stroomschema

image-1625660329415.png

E.2 Uitleg bij het stroomschema

Het stroomschema laat zien welke stappen nodig zijn om veilig aan een elektrisch voertuig te kunnen werken, het is geen stappenplan voor het vinden van storingen. De kleuren en de afkorting waarmee het blokje begint, geven aan wie verantwoordelijk is voor de desbetreffende stap. Is een blokje groen gekleurd, dan zijn er geen elektrotechnische eisen gesteld aan degene die deze stap uitvoert (leek). De vierkantjes in de blokjes bieden de mogelijkheid tot afvinken van de uitgevoerde stap.

WV=ev-werkverantwoordelijke

VP=ev-vakbekwaam persoon

VOP = ev-voldoende onderricht persoon

WV: Bepaal de aard van de werkzaamheden en maak een risicoanalyse

Om de aard van de werkzaamheden te bepalen, maak een keuze uit:

  • werken in de gevarenzone van het HV-systeem;
  • werken niet in de gevarenzone van het HV-systeem.

Om de risicoanalyse te maken, bepaal in welke staat het e-voertuig zich bevindt.
OPMERKING Bij bepaalde gereedschappen of handelingen, zoals slijpen, kan de in deze norm genoemde gevarenzone onvoldoende ruim gedefinieerd zijn en heeft dit invloed op de risicoanalyse.

e-Voertuig is veilig

Een e-voertuig is veilig als er op een normale manier aan het e-voertuig kan worden gewerkt. Dit houdt in dat er geen kritische beschadigingen zijn aan het HV-systeem inclusief onderdelen daarvan. Controleer hiervoor op:

  • uitgelezen foutcodes met betrekking tot het batterijpakket;
  • beschadiging aan de constructie;
  • opbollen van het batterijpakket;
  • geactiveerde airbag(s);
  • sporen van mechanische aantasting;
  • sporen van chemische aantasting;
  • warmteontwikkeling;
  • knetteren;
  • vonkvorming;
  • rookontwikkeling;
  • geuren.

e-Voertuig is niet veilig

Indien er kritische beschadigingen aan het e-voertuig zijn gevonden, is het mogelijk niet veilig om op een normale manier aan het e-voertuig te werken. Raadpleeg de ev-werkverantwoordelijke over de te nemen maatregelen om alsnog veilig te kunnen werken of het e-voertuig op een veilige wijze apart te zetten om extra gevaar voor mens en omgeving te voorkomen.
OPMERKING Door bijvoorbeeld batterijschade, kan er brand uitbreken. Het is dan niet veilig om aan het e-voertuig te werken.

VP: Veilig stallen e-voertuig

Door het e-voertuig apart te zetten kan nevenschade aan de omgeving worden voorkomen.
OPMERKING Voor verhoogd brandgevaar bij batterijpakketten wordt een daarvoor ontworpen container, een veilige afstand tot andere objecten van 15 m of een bouwkundig equivalent aanbevolen. Schakel indien nodig noodhulp in.

Werken in gevarenzone HV-systeem

Bij deze werkzaamheden wordt in de gevarenzone gewerkt aan of nabij componenten die gevaarlijke spanningen kunnen voeren.
OPMERKING 1 Met ‘werken aan’ wordt bijvoorbeeld het vervangen van een inverter of aircocompressor bedoeld.
OPMERKING 2 Met ‘werken nabij’ wordt bijvoorbeeld het vervangen van een uitlaat bedoeld waarlangs HV-kabels zijn gemonteerd. Het van toepassing zijn van dit voorbeeld is afhankelijk van het merk en type voertuig.

Werken niet in gevarenzone HV-systeem

Bij deze werkzaamheden wordt niet aan en niet nabij componenten gewerkt die gevaarlijke spanningen kunnen voeren.

Vastzetten en uitschakelen e-voertuig

Voorkom dat het e-voertuig onbedoeld in beweging kan komen door het nemen van de volgende stappen:
— Zet het e-voertuig in parkeerstand (P) of neutraalstand (N).
— Zet het e-voertuig op de parkeerrem en/of plaats blokken.
— Schakel met de sleutel of start-/stopknop de elektrische tractie-installatie uit.
— Controleer dat de elektrische tractie-installatie is uitgeschakeld (bijvoorbeeld de ‘ready’-indicatie).

Markeren werkplek

Markeer de werkplek.

VOP: Spanningsloos maken 12 V/24 V-boordnet

Volg hierbij de instructies van de fabrikant.
OPMERKING Dit resulteert in een scheiding tussen voeding en boordnet.

VOP: Spanningsloosheid aantonen 12 V/24 V-boordnet

Toon met hiervoor geschikte meetapparatuur aan dat het boordnet spanningsloos is.

OPMERKING Bij afwezigheid van geschikte meetapparatuur kunnen de volgende stappen worden genomen:

  • Controleer dat de alarmlichten functioneren.
  • Maak het 12 V/24 V-boordnet spanningsloos.
  • Toon spanningsloosheid aan door de alarmlichten in te schakelen, waarbij deze niet mogen gaan branden.

VOP: Spanningsloos maken HV-systeem

Maak het HV-systeem spanningsloos, met de serviceplug, serviceschakelaar of servicestekker of via communicatieapparatuur volgens het voorschrift van de fabrikant. Gebruik bij een HV-serviceplug ten minste elektrisch isolerende handschoenen.
OPMERKING Hierbij kunnen overhandschoenen geschikt voor elektrotechnische werkzaamheden worden gebruikt (volgens NEN-EN-IEC 60903).

Voorkom dat het HV-systeem onbedoeld weer kan worden ingeschakeld.

VP: Spanningsloosheid aantonen HV-systeem

Wacht gedurende de door de fabrikant opgegeven wachttijd of ten minste 10 min. Bepaal de spanningsloosheid van de elektrische tractie-installatie of de desbetreffende hulpinstallatie met hiervoor geschikte meetapparatuur. Volg bij het bepalen van de spanningsloosheid altijd de procedure van de fabrikant.
OPMERKING 1 Gebruik meetapparatuur met een toereikende isolatiewaarde en het juiste meetbereik, volgens 5.3.1.
OPMERKING 2 Denk bij spanningsloosheid aantonen ook aan het meten tussen het chassis en de geleiders in het HV-systeem.

Werken in HV-batterij

De werkzaamheden worden uitgevoerd aan niet spanningsloos te maken componenten, zoals een batterijpakket. Bij aanrakingsveilig werken, zoals het verwijderen/aanbrengen van het batterijpakket, verder werken volgens voorschrift. Bij niet-aanrakingsveilig werken, zoals aan/in de HV-batterij, gelden specifieke voorschriften:
a) de dringende noodzaak van het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden is aangetoond,
b) tot het uitvoeren van die werkzaamheden is door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht gegeven, en
c) het HV-systeem of -systeemdeel is geschikt voor het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden en door de daartoe bevoegde werknemer zijn doeltreffende maatregelen genomen om de aan die werkzaamheden verbonden gevaren te voorkomen.

HV-componenten

De werkzaamheden worden uitgevoerd aan componenten die gevaarlijke spanningen kunnen voeren en die spanningsloos zijn gemaakt, zoals een elektromotor of aircocompressor.

VP: Verwijderen/aanbrengen HV-batterij

Dit betreft alleen het verwijderen of aanbrengen van de HV-batterij zonder de HV-batterij zelf verder te openen. De spanningsloosheid van het HV-systeem moet zijn aangetoond. Volg hierbij altijd de voorschriften van de fabrikant.

VP: Werken aan/in HV-batterij

De ev-werkverantwoordelijke bepaalt en legt vast hoe er veilig kan worden gewerkt. Bij niet-aanrakingsveilig werken, zoals aan/in de HV-batterij, gelden specifieke voorschriften:
a) de dringende noodzaak van het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden is aangetoond,
b) tot het uitvoeren van die werkzaamheden is door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht gegeven, en
c) het HV-systeem of -systeemdeel is geschikt voor het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden en door de daartoe bevoegde werknemer zijn doeltreffende maatregelen genomen om de aan die werkzaamheden verbonden gevaren te voorkomen.

Zorg voor een zorgvuldige (tijdelijke) opslag van e-gevaarlijke componenten, zoals hieronder beschreven.

VOP: Zorgvuldig opslaan van e-gevaarlijke componenten

De opslag van HV-batterijen brengt verschillende gevaren met zich mee:

  • aanrakingsgevaar met elektrische schok of elektrocutie als gevolg;
  • diepontladen;
  • brandgevaar;
  • explosiegevaar;
  • vrijkomen van gevaarlijke chemische stoffen.

HV-batterijen kunnen worden ingedeeld in:

  • onbeschadigde HV-batterijen, zonder vermoeden van schade;
  •  HV-batterijen met vermoeden van schade of waarneembaar beschadigde HV-batterijen.

OPMERKING HV-batterijen kunnen bij zware stoten of beschadigingen instabiel worden, met het risico op zelfontbranding. Uiterste voorzichtigheid bij het hanteren van deze batterijen is geboden, alsmede opslag op een locatie waar een eventuele brand slechts beperkte gevolgen zal hebben.

In het geval dat een batterijpakket door diepontladen onder de minimale celspanning is gekomen, kan dit schadelijk zijn. Het is noodzakelijk te controleren op diepontladen voordat dit batterijpakket opnieuw wordt opgeladen, om te voorkomen dat dit batterijpakket onveilig wordt.

Uitvoeren werkzaamheden

Dit betreft het uitvoeren van werkzaamheden aan spanningsloze componenten.
OPMERKING Scherm de voertuigdelen af die niet mogen worden aangeraakt/beschadigd tijdens de werkzaamheden.

VP/Leek: Controleren werkzaamheden

Controleer of er geen zichtbare beschadigingen in de elektrische tractie-installatie aanwezig zijn, of alle werkzaamheden aan e-componenten correct zijn uitgevoerd en of er geen materialen zijn achtergebleven die niet bij het voertuig horen.

VOP: Onder spanning brengen HV-systeem en 12 V/24 V-boordnet

Schakel het HV-systeem in. Indien sprake is van een serviceplug, gebruik dan ten minste elektrisch isolerende handschoenen.

Schakel daarna het boordnet in.

Inschakelen e-voertuig

Schakel het e-voertuig op de gebruikelijke manier in en controleer op foutmeldingen.

De werkgever mag ook andere personen aanwijzen om werkzaamheden uit te voeren, mits deze personen voldoende zijn geïnstrueerd voor de gespecificeerde werkzaamheden.