Skip to main content

15. Inleiding Hoogspanning


15.1 Hoogspanning

Onder hoogspanning wordt verstaan een spanning die normaal hoger is dan 1000 volt bij wisselspanning en 1500 volt bij gelijkspanning.

a. Bij laagspanningsinstallaties in hoogspanningsruimten moet u voor het betreden van de ruimte beschikken over een aanwijzing voor hoogspanning. Dit is bijvoorbeeld het geval in veel tractiestations. Op locaties waarbij een fysieke afscheiding aanwezig is tussen de laag- en hoogspanningsinstallatie is door middel van een sleutelplan geborgd dat er niemand zonder aanwijzing voor hoogspanning bij de hoogspanningsinstallaties komt. 

b. Elektrotechnische werkzaamheden aan de AC tractievoeding moeten uitgevoerd worden volgens de geldende procedure voor hoogspanningsinstallaties. Hieronder valt ook het hoogspanningsdeel van laadinstallaties voor bijvoorbeeld bussen.

15.2 Indeling soorten werk

Werkzaamheden met betrekking tot de hoogspanningsinstallaties zijn verdeeld in de volgende categorieën:

  1. bedieningshandelingen
  2. elektrotechnische werkzaamheden
  3. niet-elektrotechnische werkzaamhede

De wijze van werken kan daarbij zijn:

  1. spanningsloos of
  2. in de nabijheid van actieve delen.

Hiervoor zijn standaardprocedures opgesteld. 

a. Het werken ‘onder spanning’ aan hoogspanningsinstallaties is niet toegestaan, behalve voor:

  1. het nemen van veiligheidsmaatregelen en het opheffen daarvan;
  2. het uitvoeren van metingen en beproevingen;
  3. het met geschikte kabelknipapparatuur knippen van kabels die onder spanning kunnen staan.